Hoe het met me gaat is de vraag die ik het vaakst krijg de afgelopen dagen. Een geheel normale vraag zo’n drie weken na het verlies van onze dochter. Ik kom voor het eerst terug buiten in eigen omgeving. Ik kom buren en kennis tegen en wat doet het me deugd dat ze deze vraag stellen. Dat ze aan ons denken in deze tijd van verdriet en dat ze denken aan haar, ons meisje, onze Liv*
Maar hoe gaat het nu eindelijk echt met mij, met ons ? Wel eindelijk goed, al is dat een understatement gezien de omstandigheden. Ik voel me goed, punt. Meer kan ik er niet echt over zeggen en meer hoef ik daar ook niet over te zeggen. Dat we verdrietig zijn weet iedereen. Dit is een verlies die we niet kunnen verwerken maar we proberen het te dragen zo goed als mogelijk.
We doen zo goed als mogelijk ons best om met dit rouwen om te kunnen gaan door vooral te praten. We praten er als koppel dagelijks over en dan spreken we niet over ‘het kindje’ of ‘de baby’ we spreken over Liv* We hebben haar een (voor ons) prachtige naam gegeven waarom zouden we haar naam dan niet uitspreken ze is ten slotte een deel van ons gezin. In een hoekje kruipen zit niet in onze aard we willen voorruit voor haar, voor Rein die ons ook nog zo hard nodig heeft. We willen praten, lachen en plezier maken. ‘Je gaat je klop wel nog krijgen’ hoor ik dan vaak. Oei, twijfel. is het wel goed dat ik mij zo ‘goed’ voel? Ben ik iets aan het verdringen ? Hoor ik niet ‘gebroken’ te zijn ?
Ik beslis om toch maar een afspraak te maken bij een psycholoog voor het geval dat ik mijne klop later nog zou krijgen. Een fijn en open maar iet wat kort gesprek met een lieve dame en ik stond terug buiten. Eerlijk, ik kan beter praten met mijn man dan met een psycholoog. Al maakte het me wel zeer kwetsbaar en emotioneel. Het idee dat een professioneel iemand mij zit te analyseren en observeren, mijn rouw en verdriet aanschouwd om daarna iets van een soort advies te kunnen geven. De ‘tips’ die ik kreeg waren niet nieuw en ik ben op de goede weg. Ze maakt zich geen zorgen om me al staat haar deur altijd open. Een tweede gesprek komt er (voorlopig) niet. Ik heb hier geen nood of behoefte aan al geloof ik heel hard in de hulp die psychologen en therapeuten kunnen bieden, voor mij hoeft het op dit moment gewoon niet.
Eén ding weet ik wel zeker, dat het oké is dat ik mij oké voel en dat ik daar niets speciaal voor hoef te doen. We nemen ons leven terug op en maken ook terug plezier met elkaar. We genieten nog intenser van ons gezin en ons leven. We lachen, dansen en zingen, al is dat met mijn man zijn danskunsten en mijn zangtalent geen aanrader, Rein amuseert zich alle sinds te pletter en geniet van alle aandacht, kusjes en duizend knuffels. Diezelfde knuffels zijn voor mij de beste therapie die ik nodig heb en deze blog ook natuurlijk 😉
Geef een reactie